Goede voeding is de basis voor een goede gezondheid. De voeding moet de juiste verhouding hebben tussen eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen, deze zijn noodzakelijk voor de hond om goed te leven en functioneren.
Om de juiste voeding te kiezen moet je rekening houden met het ras, de grootte, zijn bijzondere eigenschappen en de leeftijd. Een gecastreerde hond heeft bijvoorbeeld minder voer nodig, omdat hij minder beweegt. Weeg een hond regelmatig om te kijken of het dier niet te zwaar wordt.
Na het eten moet een hond minimaal een uur met rust worden gelaten, niet rennen of spelen, anders kan de hond een maagdraaiing krijgen.
Als een hond compleet of volledig voer krijgt, hoeft deze daarnaast niets anders. Als u wilt overschakelen naar ander voer, meng dan eerst een paar dagen het oude voer met het nieuwe voer, zodat ze er eerst aan kunnen wennen.
Geef een hond nooit gevogelte, de botten versplinteren bij het kauwen. Geef ze ook nooit chocola of druiven, deze zijn giftig voor honden.
Zorg er ook altijd voor dat de hond toegang heeft tot vers water.