Waarom castreren?
Er zijn verschillende redenen om je kater te laten castreren:
Sproeien:
Dit is voor het overgrote deel van de katers de belangrijkste reden om ze te castreren. Van elke volwassen kater gaat de urine flink stinken, ook als ze gewoon in de kattenbak plassen. Dit komt door de mannelijke geslachtshormonen.
Een aantal katers gaat rond die tijd ook overal in “zijn gebied” geurmarkeringen aanbrengen door tegen muren en deurstijlen te plassen. Dit kun je gemakkelijk voorkomen door de kater, liefst voor volwassenheid, te laten castreren.
Wij raden u aan om uw kater tussen de 6 en 9 maanden leeftijd te laten castreren; dan zijn ze al mooi aan het uitgroeien en ben je nog op tijd om sproeien te voorkomen.
Weglopen:
Katers die niet gecastreerd zijn, hebben zeker in het voorjaar de neiging om dagenlang van huis weg te zijn, met alle risico’s van dien. Ze komen nogal eens flink gehavend terug vanwege vechtpartijen met concurrenten.
Poezen in huis:
Als u ook een poes in huis heeft die niet gesteriliseerd is en u wilt geen jonge katjes, dan moet u aan een van beide iets doen.
Dan is de ingreep bij een kater veel kleiner dan bij een poes. De meeste gecastreerde katers hebben totaal geen belangstelling voor krolse poezen, maar sommige vertonen ondanks castratie toch nog paargedrag.
Dat levert wat onrust in huis op, maar in ieder geval geen jonge katjes.
De castratie
Castratie is het wegnemen van de zaadballen van de kater.
Voorbereiding:
U brengt de kater nuchter; de avond van tevoren mag hij om 19.00 uur nog eten, daarna niet meer.
Water mag wel blijven staan.
De operatie:
Middels een injectie wordt de kater in slaap gebracht.
De zaadballen worden verwijderd door twee kleine sneetjes.
Na het afbinden wordt het huidwondje niet gehecht. Eventueel wondvocht kan hierdoor nog ontsnappen.
De kater krijgt twee injecties: een met een antibioticum en een met een pijnstiller.
Nazorg:
Thuis laat u de kater op een rustig plekje bijkomen. Als hij goed wakker is, mag hij wat water, niet te veel.
Op de operatiedag mag u de kater geen eten geven. Het gebeurt nogal eens dat de kat dan alsnog gaat braken en die druk is niet goed voor het wondgebied. Als de kat de dag na de operatie niet wil eten is dat niet erg (als hij tenminste goed alert is); de tweede dag na de operatie moet hij wel eten, zo niet, dan moet u contact met ons opnemen.
De gevolgen
Gewichtstoename:
Omdat de kater wat rustiger wordt en er minder op uit trekt, heeft hij minder energie nodig. Als hij toch hetzelfde blijft eten, wordt hij dikker. Dus is het verstandig om de kater wat minder eten te geven.
Gedrag:
De katers worden meestal rustiger en liever. De neiging om weg te lopen is veel kleiner.