De cavia is afkomstig uit Zuid-Amerika en zijn door de Inca’s al 3000 jaar geleden gedomesticeerd. In de 16e eeuw werden ze geïntroduceerd in Nederland, waar ze al snel een populair huisdier werden. In het wild leven cavia’s op grasvlakten en slapen ze in holen. Cavia’s zijn schemerdieren en zijn ’s ochtends en ’s avonds het actiefst.
Cavia’s zijn rond de 20 tot 30 cm groot en wegen tussen de 700 en 1500 gram. Ze worden gemiddeld 4 tot 6 jaar oud. Er zijn verschillende soorten cavia’s, die zijn verdeeld op basis van kleur en vachttype.
Huisvesting
Cavia’s zijn groepsdieren, ze kunnen het best samen gehuisvest worden. Deze dieren planten zich snel voort. U kunt het beste twee zeugjes of twee beertjes samenhouden, ook om nestjes te voorkomen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken kunnen beren ook heel goed samen worden gehouden, mits ze nog nooit met zeugen hebben samen gezeten. Het is wel belangrijk dat ze niet in contact komen met zeugen, want dan kan het alsnog verkeerd gaan. Ook kunnen oudere beren met jongere beren worden samen gehouden. Cavia’s kunnen binnen en buiten worden gehouden, denk er wel aan dat de optimale omgevingstemperatuur van cavia’s tussen de 18 en 26 °C ligt. Wanneer u uw cavia’s buiten wilt houden, is het belangrijk dat ze een wind- en waterdicht hok hebben, met een dikke laag bodembedekking. Cavia’s kunnen zich beter warm houden als er meerdere dieren bij elkaar zitten. Als het een paar dagen vriest, is het verstandig om het hok bijvoorbeeld in de schuur te zetten. Let wel op dat de cavia niet gelijk van de kou buiten naar een verwarmde kamer binnen gaat, laat de cavia geleidelijk aan wennen. Een geschikt hok voor 2 cavia’s heeft een oppervlakte van 50 bij 100 cm. Cavia’s kunnen niet goed klimmen of springen, dus het hok hoeft ook niet hoger te zijn dan 40 cm. De kooi moet op een lichte, tochtvrije plek komen te staan. Bij voorkeur tegen een muur aan, een stukje van de grond af. Niet vlak bij of boven de CV of kachel. De kooi moet niet vol in de zon staan. De cavia moet altijd schaduw hebben.
Als bodembedekking kunt u het beste zaagsel, hennepvezel of gemalen stro gebruiken. Gebruik liever geen normaal stro, grote strootjes kunnen namelijk in de ogen prikken en zo ontstekingen veroorzaken. Daarnaast moet in de kooi een etensbak, drinkfles of –bak en hooiruif, daarnaast kunt u ook speelgoed, knaagmateriaal en een schuilplek voor de cavia’s in het hok zetten. Het hok moet minimaal 1 keer per week worden verschoond.
Vacht
Er zijn verschillende soorten vachttypes bij cavia’s, de vachttypes zijn: gladharig, langharig, rex, borstelharig en gekruind. Gladharige en gekruinde cavia’s hebben bijna geen vachtverzorging nodig. Vaak verzorgt u de vacht van de cavia al tijdens het aaien, hierdoor vallen de meeste dode haren van de cavia uit. Klitten in de vacht komen bij de gladharige cavia nauwelijks voor.De lengte van de vacht van langharige cavia’s kan variëren. Dit kan per cavia verschillen, maar ook kan de vachtlengte op de kop langer zijn dan op de achterhand. De vachtverzorging van langharige cavia’s vereist veel aandacht en de cavia zal zeer regelmatig geborsteld moeten worden, eigenlijk iedere dag. De vacht van een rexharige cavia is kroezig (dicht of fijn gekruld en ruw, tevens staat het van het lichaam af. Hierdoor zitten er vaak klitten in de vacht. Om klitten te voorkomen kunt u uw cavia het beste minimaal 1 keer in de week borstelen.De vacht van een borstelharige cavia is langer dan de vacht van een gladharige cavia. De vacht vereist dan ook meer aandacht dan de vacht van een gladharige cavia. Vaak volstaat één keer per week borstelen, echter dit geldt niet voor alle borstelharige cavia’s. Voor cavia’s kunt u het beste zachte borstels gebruiken en voor langharige ook een kam. Verwijder ook elke keer tijdens de vachtverzorging de bodembedekking e.d. uit de vacht. Als u cavia klitten heeft kunt u deze er het best uitknippen, pas wel op voor de cavia.
Als de cavia geboren wordt is hebben ze al hun volwassen gebit. De cavia kan dan ook gelijk beginnen met eten. Ze hebben 4 snijtanden en 16 kiezen welke gedurende het hele leven doorgroeien. De snijtanden groeien wel 6-8 cm per jaar. Het is dus heel belangrijk dat de tanden goed op elkaar afslijten. De cavia knaagt om zijn snijtanden kort, scherp en beitelvormig te houden.Wanneer groei en slijtage niet in evenwicht zijn zullen problemen ontstaan. Er zullen haken op de kiezen ontstaan welke in de wang of in de tong gaan prikken. Dit doet pijn en de cavia zal stoppen met eten. Wanneer de snijtanden niet goed op elkaar afslijten zullen deze door blijven groeien en kunnen dan tot in de bek gaan groeien en evt. zelfs tot in het gehemelte. Controleer regelmatig of de tanden van u cavia nog goed afslijten.
Nagels
De nagels van cavia’s kunnen behoorlijk hard groeien, het is dan ook van belang dat er goed op gelet wordt dat de cavia er geen last van krijgt. De nagels van cavia’s moeten regelmatig worden geknipt.
U kunt de nagels zelf knippen, hier zijn speciale nagelschaartjes voor te koop. Als u de nagels gaat knippen moet u erop letten dat u niet in het leven van de nagel knipt, maar net ervoor.
Vooral bij witte nagels is het leven makkelijk te zien, dat is het donkerste stuk aan het begin van de nagel. Bij donkere nagels moet u daarom erg oppassen.
De voeding van een cavia moet uit groenvoer, droogvoer, hooi en vitamine C. Cavia’s eten ook net als konijnen hun blindedarmkeutels op (coprofagie), dit is plakkerige keutels die ze direct uit de anus opeten. Een cavia moet altijd beschikken over eten en mag nooit zonder voer zitten. De spijsvertering is zo dat de darmen altijd gevuld moeten zijn. Een cavia eet de hele dag door kleine beetjes.
Droogvoer
Geef een cavia speciaal caviavoer. Dit zijn volledige brokken, waarin vitamine C zit. Voor cavia’s waar niet mee gefokt wordt is voer met 500 mg vitamine C/kg voldoende. Jonge cavia’s die nog in de groei zijn mogen zoveel voer hebben als ze op kunnen. Volwassen cavia’s mogen per dag maximaal 35 gram biks per kilo lichaamsgewicht. Geef liever geen gemengd voer, met gemengd voer eet de cavia alleen de lekkere (ongezonde) zaden en laten ze de gezonde biks liggen. Als u op ander voer wilt ovegaan, mix dan altijd eerst het oude voer met het nieuwe voer.
Hooi
Hooi is onmisbaar bij de voeding van cavia’s. Het is nodig voor een goede darmwerking en voor het afslijten van de tanden. Geef daarom elke dag nieuw hooi. Goed hooi moet lekker fris ruiken, zeker niet muf en mag niet stoffig zijn.
Groenvoer
Groenvoer is een goede aanvulling op het dagelijkse voer. Cavia’s moet u eerst aan groenvoer laten wennen, ze kunnen diaree
krijgen als ze plotseling teveel krijgen. Je kunt het beste met een groente beginnen en daar kleine stukjes van geven en dat opbouwen met meerdere groenten en grotere hoeveelheden. De
volgende groenten mag de cavia hebben, op volgorde van veel naar weinig vitamine C: rode paprika, spruitjes, broccoli, boerenkool, groene paprika, andijvie, spitskool, groene kool, witte kool, bleekselderij, sinaasappel, appel, witlof, winterwortel, sla, komkommer en meloen. Kool mag niet te veel (in een keer) worden gegeven omdat het gasvorming in de buik van de cavia veroorzaakt. In kleine hoeveelheden is het echter gezond. U kunt ze ook vers geplukt gras geven, geef alleen geen gras uit de grasmaaier, gras naast wegen of plekken waar honden komen.
De cavia is één van de weinige dieren die, net als de mens, niet in staat is zelf vitamine C aan te maken. Dit moeten ze dus via de voeding opnemen. Een gezonde cavia heeft gemiddeld 20 mg vitamine C per dag nodig, een drachtig zeugje, herstellende of zieke dieren wel 50 mg per dag.Als de cavia via het droogvoer geen vitamine C binnenkrijgt, moet de cavia elke dag voldoende groenvoer worden gegeven.
Gezondheid
Cavia’s hebben over het algemeen weinig problemen met hun gezondheid, mits de dieren goed verzorgt worden. Een gezonde cavia kijkt helder uit zijn ogen en is levendig. De vacht is glad (behalve bij een borstelhaar!), zacht en regelmatig. Het achterste is droog en schoon. Een zieke cavia zit vrijwel altijd in elkaar gedoken. De vacht is dof en staat open, alsof deze vochtig is. Zieke cavia’s zijn meestal bijzonder lusteloos en kruipen stil in een hoekje. Als u cavia een van de vorige symptomen vertoont is het verstandig contact op te nemen met uw dierenarts.